Het vrolijke blik
van de ogen
lokt de verhalen uit,
en maakt van de uren een ogenblik.
Met zijn eeuwig gepraat,
verbergt hij de woorden
die hij nooit mag zeggen,
en bouwt hij een muur
die zijn afstand vergroot
tot het gezicht
dat zijn gedicht altijd versiert
met de mooie ogen
die op de snaren van zijn verdriet
een sonate spelen
voor zijn doofblinde muren.
Op de muziek van de snaren
zingt hij zwijgend opnieuw een lied,
geweven van de woorden
die hij nooit mag zeggen!